Matthijs' blog   Schilderblogpagina 2 van 12 RSS feed van Matthijs' blog

Hoe een maand een jaar werd

Dag 123

In de vorige blogpost heb ik uiteengezet waarom ik had gepland om het grote schilderij in een maand af te ronden.

Vandaag deel 1 van het antwoord op de vraag : hoe kon het gebeuren dat een maand is uitgedijd tot een jaar? En wat heb ik ervan geleerd?

Gouden bergen

Om te beginnen: mijn voornemen (de belofte aan mijn virtuele opdrachtgever van een schilderij in een maand) is verre van reëel gebleken, althans niet voor de stijl waarin ik dit werk wilde maken en niet voor de keuze die ik heb gemaakt wat betreft formaat en onderwerp. Als ik precies hetzelfde schilderij nu voor een tweede keer zou maken, zou ik puur aan benodigde tijd voor het schilderen zelf, dus het opzetten van de compositie, het aanbrengen van alle lagen en van de details, naar schatting al tegen de 3 maanden nodig hebben.

Daarom:

Les 1. Beloof niet wat je niet waar kunt maken. (Duh)

Beloof een opdrachtgever geen gouden bergen. Wees reëel in schatting van tijd, kosten, beschikbare energie. Bouw ruimte in voor onverwachte tegenslagen, want die treden altijd op. Stel dat een schilderij toch echt binnen een bepaalde periode af moet, kies dan een kleiner formaat, een eenvoudiger stijl en/of een bekend onderwerp.

Hier zie je de stand van zaken na 1 maand, toen ik het schilderij af zou hebben:
Schilderij na 1 maandna 1 maand
In die eerste maand was het eigenlijk vlot gegaan. Wat je hierboven ziet, is wel ongeveer wat schildertechnisch haalbaar was. Dus inderdaad: de ambitie was te groot geweest.

Maar: het schilderij vroeg niet alleen extra tijd vanwege het grotere te beschilderen oppervlak (meer verf, meer penseelstreken). Het grote formaat vereiste nog meer:

Groot is extra

Het was de eerste keer dat ik op zo’n groot doek werkte (2 x 1,7 m2). Dat gaf een extra dimensie die ik weliswaar vooraf onderkende, maar waar ik pas na zo’n twee maanden intensief werken – het was inmiddels al april – grip op kreeg. Om er vervolgens met enige weerstand mijn conclusies uit te durven trekken: het schilderij was aardig in opzet, eigenlijk vond ik het meeste er al goed opstaan, en van dichtbij zag het er goed uit. Maar van een afstand klopte het niet. Het was donker, zwart, somber. Het leek wel op een sciencefiction landschap. En dat was niet de bedoeling. De kleurstelling en toon werkten op een kleine schaal goed, maar bleken op grote schaal desastreus uit te pakken.
Schilderij na maand 2na 2 maanden

Ik had in die eerste maanden zelfs al eens geschreven dat het schilderij in de eindfase was beland. Tja, dat was een beetje dom. Althans: ik dacht het echt op dat moment, ik realiseerde me niet hoeveel werk ik nog had te verrichten. De hoogste tijd dus voor:

Les 2. Neem bij groot werken extra veel afstand voor kleur en toon.

Eén van de basisregels bij het schilderen is dat je vaak afstand neemt om de compositie op orde te brengen – weersta je neiging om je in de detaillering te verliezen. Daarmee was ik al bekend, en dat heb ik dan ook gedaan bij het opzetten van de compositie. Maar wat nieuw voor me bleek, was dat je bij het werken op groot formaat ook daarna vaak en flink afstand moet nemen om de kleurstelling en toon eveneens op hoofdlijnen in orde brengen.

Net zoals de foto’s van het schilderij die ik hier op het web laat zien eigenlijk geen goed beeld geven van het werk. Omdat het 2 meter breed is en daarmee je blikveld volledig kan bepalen als je er dicht op staat. Zo werd ik juist (andersom) door de nabijheid van het doek bedrogen.

Schetsen, schetsen, schetsen

Om te voorkomen dat ik ging pielen, dat ik mezelf zou verliezen in kleine aanpassingen waar een grote ingreep noodzakelijk leek, heb ik in de loop van april (maand 3) afstand genomen tot het grote doek, om op schetsdoeken en -papieren aan de slag te gaan met de kleurstelling, de contrasten, de toon. Wat achteraf een goede beslissing is gebleken: middels zoeken, proberen, uitvinden, ontdekken kwam ik er binnen een tweetal weken achter wat het grote werk nodig had. Dat lag zover af van wat ik tot dusver had gedaan, dat ik een geheel nieuwe, lichtere, levende laag moest aanbrengen. Kijk nog maar eens terug naar dag 46 – wat een verschil ontstaat er door de nieuwe kleur op de daken:
Schilderij na maand 3na 3 maanden

Vanwege de subtiliteit van deze nieuwe tinten en het zachte kleurverloop naar de diepte, heb ik bijna een gehele maand (mei, maand 4) moeten besteden aan het schilderen van één of meer nieuwe lagen over het gehele oppervlak. Met nog steeds in mijn achterhoofd dat het nu dan wel bijna klaar zou zijn. Niet dus. Maar een stuk frisser was het wel – ik bewoog de goede kant op…
Schilderij na maand 4na 4 maanden

De laatste les van vandaag:

Les 3. Nooit meer ophouden met schetsen.

Wanneer je op groot formaat werkt, kost het veel tijd (en verf) om dingen op het doek uit te proberen voordat het duidelijk is of iets wel of niet werkt. Dus wat staat je te doen? Ga schetsen. Dingetjes klein uitzoeken. Kleurverhoudingen bepalen. Probeersels opzetten. Schetsen vooraf, schetsen tussentijds, schetsen na afloop. Schetsen thuis, schetsen op het werk. Schetsen tot in je kist. Nooit meer ophouden met schetsen.

Nog veel meer te leren

Hiermee was het schilderij zover klaar dat ik – vanaf maand 5 – details kon gaan uitwerken, zoals de bakken met vergeet-mij-nietjes aan de balkons. Daarmee zijn we nog lang niet aan de 12 maanden die het uiteindelijk heeft gekost. Hmw, ik vrees dat ik in mijn volgende post verder met de billen bloot moet.

Kun je creativiteit plannen?

Dag 122

Na mijn vorige blogpost over de betekenis van het schilderij dat ik onlangs heb afgerond, blik ik in deze en de komende posts terug op een vol jaar werken aan één schilderij.

Blote billen

Deze blogpost had ook kunnen heten: Met de billen bloot. Want een jaar geleden, februari 2013, heb ik op deze plek het voornemen uitgesproken om aan een groot schilderij te beginnen en het binnen een maand af te ronden. Vanuit dat commitment, met een virtuele opdrachtgever (mijn partner Remco) en een dagelijkse update van mijn voortgang op dit blog, zou dat wel moeten gaan lukken.

Met die belofte heb ik me heel wat op de hals gehaald. Waarom? Waarom niet lekker vrij gewerkt, in alle rust, zonder druk, tot het werk klaar was?

In opdracht kunnen werken

Welnu. Schilderen, dat is wat ik het allerliefste doe. Dus toen mijn andere liefde, mijn Tai Chi-school, ruim een jaar geleden voldoende solide bleek, heb ik de parttime baan opgezegd waarin ik toen nog werkte. Zodat ik me in de tijd die daarmee vrijkwam weer substantieel aan het schilderen kon gaan wijden.
Geconcentreerd aan het werk

Maar hoewel het schilderen me een groot gevoel van vrijheid geeft, voel ik niet de behoefte om volledig vrij te werken. Integendeel, ik werk het liefst met een opdrachtgever, met bijbehorende randvoorwaarden en uitgangspunten. Om zijn of haar behoeftes samen te brengen met mijn inzicht en toegevoegde waarde als kunstenaar. Omdat er juist in de samenwerking iets moois kan ontstaan. En omdat ik verwacht op die manier een inkomen te kunnen blijven genereren uit iets dat ik dolgraag doe.

Om die reden ben ik dat commitment van een schilderij in een maand aangegaan: om te oefenen met het maken van een schilderij ‘op bestelling’ (lees: onder voorwaarden en tijdsdruk), om het plannen van een creatief proces beter in de vingers te krijgen. Om te leren van de obstakels die ik tegenkwam, zowel technisch als op het gebied van verwachtingen, werkdruk, inspanning versus ontspanning, controle versus loslaten, noem maar op.

Creativiteit plannen…

Oefenen met het plannen van een creatief proces dus. Kan dat, creativiteit sturen? Ja. Heel goed zelfs. Althans: pure creatie is natuurlijk het ontstaan van iets nieuws of anders dat er nog niet was, vrij van controle of plannetjes. Maar dat ontstaan kan binnen kaders, je kunt convergeren van een vrij begin – hoera, alles is mogelijk! – via tussentijdse keuzes, naar een steeds duidelijker afgebakend eindproduct.

Afstand nemenDat principe werkt niet alleen zo in de techniek, waarin ik in Delft ben opgeleid, maar kan net zo goed worden toegepast in de kunst. Rembrandt werkte ook vaak in opdracht, om maar eens een onbescheiden vergelijking te trekken. Het gaat erom dat je leert werken van groot naar klein, van compositie naar detail, van coloriet (kleurstelling) naar de fijnste tonen. Dat je leert op het juiste moment afstand te nemen om bepaalde keuzes te maken, en om op andere momenten juist door te gaan en te investeren in vrijheid om iets nieuws te laten ontstaan.

Kunst hoeft niet vaag of esoterisch te zijn en alleen maar vanuit gevoelens en emoties te ontstaan. Juist niet, zou ik willen zeggen. Kunst die standhoudt is vaak ontstaan vanuit vakmanschap, het beheersen van de materie, vaak ook vanuit beperkingen, maar altijd vanuit passie.

Aan de slag dus

Maar goed, om daarmee te oefenen zou ik binnen een maand een schilderij opleveren.

Ahum. Een maand is een jaar geworden. Wat ging er mis? Geen vakmanschap? Geen passie?

In mijn volgende post verder hierover…

Dagelijks water geven

Dag 121

In mijn vorige blogpost heb ik geschreven over het afronden van het schilderij. De post van vandaag gaat over de betekenis van de afbeelding en de bijbehorende titel.

Het schilderij dat tot nu toe Van de Stad en de Zee was, draagt vanaf vandaag zijn definitieve titel:

‘Dagelijks water geven’

Deze nieuwe titel behoeft wellicht enige uitleg, die ik met liefde zal verschaffen in deze post. Een enigszins filosofische verhandeling…

Alles is er al

De verklaring van de nieuwe titel kan ik het beste beginnen met het volgende verhaal:

Een jaar geleden, kort voordat ik begon te werken aan het schilderij, heb ik meegedaan aan een workshop van Limo Business. Het betrof een dag voor startende ondernemers, waarin we kort en krachtig konden werken aan onze bedrijfsinhoud en -opzet, en onze bijbehorende plannen voor het komende jaar.

Elk plantjeElk plantje…Eén van de opdrachten tijdens deze dag was om ons verhaal te vertellen als ondernemer. Over wat je wilt bieden natuurlijk, maar vooral: waarom je dat wilt, wat je passie is daarin, wat je kijk is op het gebied waarin je onderneemt.

In eerste instantie kwam ik met een goed doordacht verhaal, met de nadruk op doordacht. Het zat dus vast wel goed in elkaar, maar het stroomde niet, het leefde niet. Het kostte me energie om het te vertellen. Ergens voelde ik dat er iets niet klopte. Toen ik het verhaal vervolgens een paar keer achter elkaar moest herhalen werd het steeds holler, en raakte ik meer gefrustreerd over mezelf.

Maar toen ik beide losliet (zowel het verhaal als de frustratie erover) begon er ineens een inzicht te groeien en stromen dat wél in mijzelf gefundeerd was, in heel mijn wezen, niet alleen in mijn hoofd. Het voelde veel meer echt, veel vrijer ook. Dat was het gevoel en het van binnenuit weten (houd je vast):

Alles is er al.

Wat?

Alles is er al. Dus.

iedere dag opnieuw…iedere dag opnieuw…Ik bedoel daarmee: wie je bent, wat je meemaakt, wat er om je heen is – alles wat is geweest en wat zal zijn – bestaat al in zijn oorsprong, het hoeft ‘alleen nog maar’ tot uiting gebracht te worden. Door het te beleven, bewust te worden, te ervaren.

Niet dat alles is voorbestemd, integendeel: wát er tot uiting komt, hangt volledig af van de keuzes die je maakt. Maar het is allemaal in potentie aanwezig.

En niet alleen is alles al aanwezig, alles is bovendien met elkaar verbonden. Jijzelf, je omgeving, de wereld, het universum. Je lichaam, je geest, je persoonlijkheid, je ziel, je energie. In het verleden, in het heden en zelfs in de toekomst.

Mijn waarheid, mijn bestemming

Dat was het inzicht dat ik kreeg ik tijdens die startersworkshop. Niet dat het ineens uit de lucht kwam vallen trouwens – ik heb er in de loop van jaren met vallen en opstaan de basis voor gelegd. Het is meer zo dat het richting en woorden kreeg, dat alles op zijn plek viel. Op één of andere manier voelde dat inzicht als de basis van waaruit ik mocht gaan werken in mijn onderneming, zowel met schilderen als in mijn Tai Chi-school.

Toen ik daarna nogmaals mijn verhaal aan de overige workshopdeelnemers mocht vertellen, werd het gepassioneerd. Mijn gehoor toonde zich geroerd door wat ik vertelde.

Ontdekken en loslaten

Voordat we terug kunnen gaan naar het schilderij en z’n nieuwe titel, heb ik nog wat meer toe te lichten:

water geven…water geven.Alles is er dus al, in potentie aanwezig en onderling verbonden. Maar je hebt niet zomaar de keuzevrijheid uit al die mogelijkheden. Het is daarvoor nodig dat je loslaat: van je ideeën over hoe jij zelf, je omgeving en de wereld in elkaar steken of zouden moeten steken. Over hoe alles is geweest, hoe het zo is gekomen en hoe het ooit zou moeten zijn.

Niets van dit loslaten hoeft te worden bevochten, laat staan dat het kán worden bevochten. De dingen willen worden ontdekt. Letterlijk: door de dekmantel van je eigen kijk op de dingen te verwijderen, door je eigen gekleurde bril af te zetten. Alleen dan ontvouwt het complete scala aan mogelijkheden zich voor je.

Hoe werkt dat dan, dat loslaten? Daarvoor is nodig dat je je bewust wordt van de tijdelijkheid en de beperktheid, kortom van de relativiteit van je gedachten (oordelen, overtuigingen, zelfbeeld, herinneringen, enzovoorts). Want als je inziet dat die niet absoluut zijn, kun je ze ook loslaten. Elke gedachte had immers op dat specifieke moment ook een andere gedachte kunnen zijn. Het is maar net welke keuze je hebt gemaakt voor die ene gedachte.

En daar zit ‘m de crux: hoewel je door je beperkte kijk op de dingen maar een deel van alle mogelijkheden ziet, maak je toch een keuze uit het totale assortiment. En dat totale assortiment, dat is wat ik bedoelde met ‘alles is er al’. Er is een onderliggende absolute werkelijkheid die continu in beweging is: het natuurlijke verloop van de dingen. De stroom van het leven.

Bent u er nog?

Meedrijven

Die onderliggende werkelijkheid, de stroom van de dingen, kun je niet opzoeken door te grijpen, te controleren, te beheersen. Hij glipt dan door je vingers als water. Je kunt alleen de schermen die eromheen staan verwijderen. Ontdekken. Loslaten. Zodat je ernaar kunt kijken, er deelgenoot van zijn, erop kunt meedrijven.

Steeds Steeds…Dat is wat ik telkens opnieuw ervaar, wanneer ik schilder, Tai Chi-les geef, klus, fiets, vakantie vier, koffiedrink of de afwas doe: de enige manier om echt in contact te zijn met jezelf en je omgeving, is door los te laten en mee te drijven op de stroom van de dingen. Door te observeren en te accepteren, door overgave aan wat er op dat moment toch al is, door geen weerstand te bieden. Wat niet wil zeggen dat ik passief ben, integendeel. Maar ik leer om te handelen vanuit mogelijkheden die zijn geworteld in de realiteit. (Iets wat ik evengoed telkens weer vergeet, als ik pijn voel, angstig ben, wakker lig, me zorgen maak, controle wil uitoefenen, ruzie maak of me gekwetst voel.)

Maar goed, wat heeft dit alles in hemelsnaam te maken met het schilderij waarover ik in dit blog verslag doe? Welnu, ik ontdekte gaandeweg dat wat ik hierboven heb beschreven symbolisch wordt weergegeven door de afbeelding. Dat ik deels bewust, en deels onbewust keuzes heb gemaakt die zijn gebaseerd op die inzichten (een stil landschap, leegte, ruimte, enzovoorts).

Waarmee we toe zijn aan de uitleg over de titel ‘Dagelijks water geven’.

De titel verklaard (eindelijk)

Het verwerven van bovenstaande inzichten is namelijk één, maar om er naar te leven is een tweede. Daarvoor zijn toewijding, geduld, overgave en vertrouwen nodig.

weer…weerZoals, wanneer je iets echt wilt leren beheersen, je 10% inspiratie nodig hebt, maar vooral 90% transpiratie. Het gaat om het toepassen, het doen, het beleven, het ervaren. Elke dag opnieuw. Zoals een monnik dag in dag uit dezelfde taken verricht om in contact te komen met een ruimere, onderliggende werkelijkheid.

Vandaar de titel ‘Dagelijks water geven’: zoals je liefdevol zorgt voor de vergeet-mij-nietjes in de bakken op je balkon, in het vertrouwen dat ze gaan groeien en bloeien, zo heb je ook te zorgen voor jezelf en je directe omgeving, in overgave en in het vertrouwen dat die daarmee ook gaan groeien en bloeien. Met de keuze voor deze titel heb ik willen aangeven dat dit principe voor mij de kern is van het schilderij.

(Lees overigens hier mijn post over de keuze van de vergeet-mij-nietjes als balkonplantjes).

Nog eens ‘alles’

Waar de balkonplantjes een sleutelrol spelen in het schilderij, is de rest voor mij ook vol van betekenis. De balkons op de voorgrond staan voor het hier en nu, je huidige situatie, het vertrekpunt dat elk moment is. (Lees over de functie van de balkons in het totale beeld een eerdere blogpost.)

Het stadslandschap dat aan je voeten ligt verbeeldt het inzicht dat alles er al is. Kijk nog maar eens mee op het eindresultaat:
Schilderij stad landschap zee duinen

In eerste instantie herinnert de natuur op het schilderij ons eraan dat we in essentie zelf ‘biologie’ zijn, dat ons lichaam op zichzelf functioneert, zonder controle, betekenis of verhalen, zonder de zwaarte van ons denken. Daarbij horen de primaire basisbehoeftes, die als volgt worden verbeeld: weilanden voor voeding, woonruimte voor geborgenheid, duinen voor bescherming.

Ook onze hogere behoeftes worden weergegeven. De behoefte aan sociale contacten, aan saamhorigheid, wordt verbeeld door het tweede balkon dat zich naast je bevindt: je bent niet alleen, je woont in een gebouw met vele anderen. De kantoortorens symboliseren je behoefte aan werk, aan betekenis in je bestaan, aan waardering en erkenning. Tenslotte zie je voor zelfontplooiing en spirituele bevrediging een zee tot aan de horizon: oneindigheid en ruimte om zover te gaan als je kunt en wilt.

Het landschap is leeg, zonder mensen, auto’s, koeien, boten. Want jij, staand op het balkon, bent vrij om je bestaan naar eigen wens zelf in te vullen, te verkennen, te bewonen of – zo je wilt – te bevaren tot aan de horizon. Het landschap ligt aan je voeten doordat je dagelijks op je balkons komt om je plantjes water te geven.

Voilà.

Dagelijks water geven dus.

Klaar en gesigneerd

Dag 91 t/m 120

Enige tijd geleden, om precies te zijn op 18 oktober 2013, schreef ik op dit blog: klaar voor de laatste loodjes. Om je geheugen op te frissen: ik had het over het schilderij met de Stad en de Zee, waar ik vanaf februari 2013 (exact een jaar geleden!) aan heb gewerkt en waarover ik op deze plek regelmatig schrijf.

En toen – na 18 oktober – werd het stil op mijn blog.

Nog 30 keer heb ik eraan geschilderd sindsdien.
Alle 30 keer heb ik niets van me laten horen.
En na 30 keer – nu dus – is het schilderij ineens klaar.

Verrassing? Mwah, het moest er een keer van komen…

Eerst maar een foto van het eindresultaat, dan zie je waar we het over hebben. Met dank voor de foto’s aan Rogier Chang, vakfotograaf en ganggenoot op Bink36 in Den Haag (waar mijn atelier is):
Het schilderij met de Stad en de Zee na dag 120 - afgerondklik voor vergroting

Als je in detail wilt kunnen kijken, klik dan hier voor een extra grote versie (extra vergroten via het menuutje dat op de foto verschijnt) of – nog beter – de hoge-resolutie versie van het schilderij.

Of maak gebruik van de kant-en-klare details hieronder:
Detail van de bloembakken met vergeet-mij-nietjes
Detail van de duinen
Detail van de bloembakken met vergeet-mij-nietjes
Detail van de bomen tussen de huizen

Tot nu toe droeg het schilderij de werktitel ‘De Stad en de Zee’. Inmiddels heeft het een definitieve titel, die ik nog even voor me houd tot de volgende blogpost, wanneer ik dieper inga op de betekenis van diverse elementen en stijlkenmerken, op wat het werk voor me betekent en wat de bedoeling is dat het anderen gaat zeggen.

In de blogpost daarna gaat het over het proces van het maken van het schilderij van begin tot eind: hoe een maand een jaar kon worden.

Maar eerst maar eens het verslag van de laatste 30 schilderdagen:

Ontwikkelingen sinds de vorige post

De laatste loodjes wogen ook deze keer het zwaarst. Zoals ik de laatste keer schreef hoefde ik ‘alleen nog maar’ de puntjes op de i te zetten. Nou, dat viel niet mee. Ik liep tegen een paar dingen aan die ik nog niet in de vingers had, die ik nog niet begreep en beheerste. Om die reden schreef ik niet op dit blog – ik had niets te vertellen omdat ik het nog niet snapte. Omdat ik tijd nodig had om te proberen, uit te zoeken, te schetsen.

Wat was er dan zo lastig?

Het waren met name een paar bomen die me behoorlijk dwars zaten, vooral die ene boom helemaal vooraan, net tussen de balkons. Het lukte me maar niet om ‘m zodanig weer te geven dat ‘ie aansloot op de rest van het schilderij.

boom als rotsblok‘Rotsblok’De vereisten waren dan ook niet mals:

1. Het perspectief is van schuin boven – zoals ik niet vaak op een boom kijk en waarin een boom al gauw op een bloemkool lijkt. Wat dus ook steeds opnieuw gebeurde.

2. Het perspectief is vervormend/wegdraaiend, doordat het dichtbij is. Netjes rond werkte niet.

3. Het is nog steeds een soort van winter op het schilderij, dus wilde ik mezelf geen volle zomerse boomvormen toestaan. Maar kale takken ook niet, omdat ik niet met lijntjes werk in de stijl die ik nu hanteer. Lijnen zouden conflicteren met de rest van het schilderij dat uit vlakken is opgebouwd.

boom als oliebol‘Oliebol’4. De lichtval is van schuin achter, maar door het gebouw valt er een schaduw over de onderste helft van de boom. Het licht dat er wél opvalt, strijkt er vooral overheen.

5. Tenslotte het meest lastige: de toon van de boom. Hij mag er niet teveel uitspringen, moet in lijn zijn met de rest van het werk, zodat je oog er niet achter blijft haken. Maar moet wel aanwezig zijn als rustpunt / uitgangspunt voor de stad achter de balkons.

Moeilijk, moeilijk.

Toch moest voor mijn gevoel op die plek vooraan een boom komen, dus weglaten was geen optie.

Trouw ben ik telkens weer naar mijn atelier gefietst, om het schilderij ‘vandaag echt af te maken’. Hahaha, wat een grap. Vier uur later stond er weer een broccoli, ananas, walnoot, oliebol, bloemkool of stel hersenen op het doek. Maar geen boom:
boom als tjaTja… boom als dennenappel
Dus ben ik verder teruggegaan naar de basis. Boeken over landschapsschilderen aangeschaft, bestudeerd en daarna weer kijken, schetsen, puzzelen:
boom iets beterSteeds meer de goede kant op
Tot ik het snapte en het me uiteindelijk een paar weken geleden gelukt is om iets neer te zetten dat voor mij aan alle vereisten voldeed. Nog steeds verdient de laatste versie van de probleemboom niet de schoonheidsprijs, maar goed: het werkt. Niets meer aan doen.

Hieronder zie je de laatste, min of meer geslaagde versie:
Detail van de boom vooraan in de laatste versie

Balans

Zo waren er talloos veel – gelukkig minder intensieve – details die nog aandacht behoefden, en waar ik soms wat uitzoekwerk had te verrichten. Allemaal gericht op het in balans brengen van het werk, het aanpassen van stukjes die net niet klopten voor m’n gevoel, waar m’n oog achter bleef haken. Tot ik er twee week geleden naar keek, en tot mijn grote blijdschap voelde: nu is het klaar. Alles klopt, het verhaal staat er van begin tot eind, alles is in evenwicht.

Mijn geliefde opdrachtgever – de koning van de precisie – erbij gehaald voor een laatste blik, het opmerken van nog een paar open eindjes, het benoemen van enkele oneffenheden. En toen ik die ook had gladgestreken kon ik zeggen: 52 weken onderweg, en het schilderij is af. Tijd om te signeren.

Signeren: waar en hoe?

Zo’n simpele handtekening, daar kun je natuurlijk ook wel weer een paar uur mee onderweg zijn als je dat een beetje goed wilt doen.
Signeren
Het lastige met het signeren, is dat het schilderij eigenlijk al af is, in balans tot op subtiel niveau. Als je daar vervolgens rücksichtlos een handtekening overheen knalt, verstoor je die balans. Maar zelfs het kleinste monogram kan nog in de weg staan, een hinderlijk obstakel vormen voor je oog. Daarom beslis je ook dan weer over de uitvoering (naam voluit geschreven? alleen achternaam? slechts initialen? een monogram?), de stijl (hoofdletters, kleine letters), het formaat, de locatie op het doek (kan in principe overal), de kleur en de toon.

In de praktijk betekent het dat ik mijn signatuur meestal zo’n 10 x schilder en weer wegpoets, om de elfde keer tevreden te zijn. Tevreden, omdat de signatuur niet meer opvalt, maar bijdraagt aan het geheel. Dan is het goed.

Zo is het geworden op het afgekomen schilderij:
monogram

Binnenkort nog veel meer

Nog lang niet alles is gezegd. In de volgende posts schrijf ik verder over het afgeronde schilderij en het schilderproces. Blijf dus bij me. Ik beloof het, geen 3 maanden wachten…

De laatste loodjes

dag 85 t/m 90

Zo, de bomen staan. Voldoende in aantal om meer leven te brengen, maar spaarzaam genoeg om het beeld leeg te houden. En de meeste werpen hun schaduwen al op de daken. Kijk maar:
Het schilderij met de Stad en de Zee na dag 89klik voor vergroting
Vanaf nu de laatste loodjes: de elementen die nog uit de toon springen in evenwicht brengen met de rest (denk aan een te blauwgrijze boom, een scheve dakrand, de weilanden die toch wat flets blijken uit te pakken, enzovoorts.) Dus voor de laatste keer vragen de volle 3,40 m2 mijn liefdevolle aandacht.

Daarna kan ik eindigen met het aanbrengen van de hoge lichten op de plekken die het volle zonlicht vangen (een enkele dakrand, een boomtak, een paar vergeet-me-nietjes. Dat werk.)

Hier zie je me nog zorgvuldig penselen aan de schaduwen van de bomen, althans, je ziet m’n hand (foto door Remco):
Dag 90 Matthijs aan het werkklik voor vergroting
Remco heeft trouwens nog meer foto’s gemaakt. Bijvoorbeeld hieronder (met baard). Kijk hoe mooi de lijnen lopen:
Dag 90 Matthijs aan het werk IIklik voor vergroting

Waar staan de bomen? Geometrische abstractie

dag 81 t/m 84

Uiteindelijk denk ik een vorm te hebben gevonden voor de bomen: geen lijnen, wel vlakjes, zoals de rest van het schilderij is opgebouwd. Geen transparantie, maar dekkende verf, om dezelfde reden. Grijs van kleur, terughoudend, ver weg van zomerse uitbundigheid. En tenslotte spaarzaam toegepast. Misschien worden het daarmee wel ‘volle’ bomen, maar ze passen toch in het kale vroege-voorjaar-karakter van het schilderij. Hieronder een detailvoorbeeld:
Dag 84 detail, grijze bomenklik voor vergroting

Zorgvuldig neerzetten

Vervolgens komt het aan op de juiste positie van de bomen. Ze dragen elk bij aan de compositie van het geheel. Die wil ik niet verstoren, maar juist versterken. Lijnen van voren naar achteren door laten lopen, of van links naar rechts. Vlakken niet of juist wel doorbreken. En spannend ten opzichte van elkaar plaatsen.

Het zorgvuldig plaatsen van elementen is iets wat in de stijlen van de geometrische abstractie (o.a. Constructivisme, Bauhaus, De Stijl) tot kunst is verheven. Malevich, El Lissitzky, Kandinsky, Van Doesburg en Mondriaan zijn sprekende voorbeelden. Ter illustratie hieronder een schilderij van hun collega en tijdgenoot Vordemberge Gildewart. Elk element heeft een nauwkeurig bepaalde positie, elke verhouding doet ertoe:
Vordemberge Gildewart, onbekende titelklik voor vergroting
Op dezelfde zorgvuldige wijze ben ik de bomen aan het planten op het schilderij. Ze vormen lijnen en vlakken die met elkaar en de omgeving samenhangen, ruimtes bepalen, vrijheid en beslotenheid tot stand brengen. Hier alvast een voorproefje, het is nog niet klaar:
Dag 84 Positie van de bomen ten opzichte van elkaarklik voor vergroting

Geoorloofd prutsen en zondagmiddag-stelletjes

Ben bomen aan het schilderen, maar heb daar niets over te melden, ook geen foto’s. Weinig voortgang. Zoals mijn ateliergenote Jaline het vandaag noemde: ik ben geoorloofd aan het prutsen. Wat inhoudt: iets wat ik nog niet beheers (zie mijn vorige blogpost), gaan doorgronden door verschillende dingen te proberen, uit te zoeken, te schetsen, na te doen (en weer te verwerpen). Dit in tegenstelling tot ongeoorloofd prutsen: vinden dat ik iets moet kunnen wat ik nog niet kan, en het toch gaan doen op het doek, waarna ik veel tijd verlies om de schade weer te herstellen. En ik bovendien nog steeds niet doorheb hoe het werkt wat ik wil.

Daarom nog een paar foto’s van de workshop straatfotografie bij Olympus:

Stelletjes

In de Kalverstraat heb ik talloos veel zondagmiddag-stelletjes gefotografeerd. Hier de eerste drie.
Street photography 10‘Wake up’, klik voor vergroting

Street photography 11‘Afgeleid’

Street photography 12‘Voorop’